Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [12]Ik verwonder mij, dat gij [13]zo haast [14][wijkende] van dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, [15]overgebracht wordt [16]tot een ander Evangelie; 12. Deze verwondering is ook vergezelschapt geweest met een groot mishagen en droefenis. 13. Dat is, in zo korten tijd, nadat gij het Evangelie van ons ontvangen hebt; of, nadat de verleiders u anders geleerd hebben. Daarmede bestraft hij hunne lichtvaardigheid. 14. Namelijk van God, die u door onze predikatie geroepen heeft, om u door de genade van Christus, en niet door de werken der wet, zalig te maken. Of, wijkende van Christus, die u geroepen heeft in de genade. 15. Namelijk van degenen, die u verleiden; welken Hij de meeste schuld geeft, omdat hij hoop had hen wederom op den rechten weg te brengen; hfdst.5 vs.10. 16. Dat is, tot een andere leer om zalig te worden, die de verleiders wel het Evangelie noemen, maar die het rechte Evangelie niet is, en verre verschilt van hetgeen wij u gepredikt hebben.